Openstelling van de Grote Kerk voor bezichtiging:
Van Koningsdag (27 april) tot en met de herfstvakantie, dinsdag tot en met zaterdag van 14.00 uur tot 16:30 uur.
Niet op zondag na de diensten.
Uit de geschiedenis is gebleken dat de bouw van de Onze Lieve Vrouwe- of Mariakerk moet zijn voortgekomen uit een eerder gebouwde
kapel in de 10e of de 11e eeuw, gewijd aan de Heilige Maria. De Mariakapel zou in de 13e eeuw al zijn uitgebreid met een middenschip
van 30 meter en zijbeuken. In de 14e eeuw stond buiten de stadsmuren de Nicolaaskerk. Een kanunnikenkerk die de moederkerk van de kapel geweest zou zijn. In 1415 werd deze kerk door blikseminslag getroffen en door brand ernstig beschadigd. Het nog bruikbare torenmateriaal werd op last van de Hertog en de Bisschop gebruikt om de Mariakapel, die binnen de stadsmuren stond, te vergroten.
De Nicolaaskerk bleef tot 1524 in gebruik.
De Reformatie.
Tijdens de omwenteling naar de reformatie ondergaat de kerk voor de eerste maal de beeldenstorm in 1566. Er worden wel vernielingen aangericht, maar niet zoveel als in andere kerken omdat tijdig is ingegrepen en ontmanteling van altaren en beelden in alle rust heeft plaatsgevonden. De goederen zijn verkocht of elders ondergebracht. In 1572 volgde de tweede Beeldenstorm nadat de kerk eerst weer voor de RK-erediensten hersteld was geweest. Maar kerk noch kloosters werden gespaard. Grafzerken van voornamelijk adellijke families werden verwijderd of beschadigd.De schilderingen in het hoogkoor en dwarsschip verdwijnen onder een dikke laag witkalk. Het witkalken wordt in de loop der tijd nog vele malen herhaald. In totaal 13 keer.'In 1583 gaat de kerk over in gereformeerde handen.
De Torenval.
Een groot deel van de kerk ging verloren toen in 1797 de toren instortte en een deel van het schip verwoestte. Het resterende deel van het schip werd hierna afgesloten door een nieuwe gevel in sobere Lodewijk XVI stijl.
De kerk nu.
De kerk is nog steeds in bezit van de Hervormde Gemeente. Er worden elke zondag 2 kerkdiensten gehouden.
Door het ontbreken van het eigenlijke schip dat verdwenen is bij het instorten van de toren is de kerk korter geworden.
Het orgel en de preekstoel sluiten het resterende gedeelte af. Het is overigens het oudste gedeelte van de kerk. De kruisgewelven achter het orgel hebben nog de oorspronkelijke middeleeuwse bladmotieven en vruchtbaarheidssymbolen, zijnde bloemen en vogels..
De viering.
De viering is het centrale deel van het interieur waar de viering toren recht boven staat. Een gouden rozet geeft die plaats aan. Bij de dubbelkolommen rond de viering is de aanbouw van de zijarmen of transepten duidelijk waarneembaar Het noordelijk- en zuidelijk transept sluiten daar op aan.
Het hoogkoor.
Er zijn twaalf kolommen rond het hoogkoor. Tussen de zuilen is de zandstenen tracering gehandhaafd die het koor van de kooromgang scheidt.
De balustrade daarboven is het triforium waar vrouwelijk geestelijken de missen konden bijwonen.
Geheel boven is ook de lichtbeuk voor de belichting van het hoogkoor.
Het Orgel.
De eerste tekenen van een orgel dateren uit het jaar 1508. In het begin van de 17e eeuw werd dit orgel gerestaureerd, waarna het door Jan Pieterszoon Sweelinck werd gekeurd. Het orgel werd in 1723 en 1727 opnieuw grondig onder handen genomen; verplaatst naar de torenzijde, aanzienlijk uitgebreid en het front werd versierd met snij- en schilderwerk. Toen in 1797 de toren van de kerk instortte werd het orgel bedolven onder het puin.Het duurde lang voor men overging tot plaatsing van een nieuw orgel. Op 28 januari 1827, precies 30 jaar na het instorten van de toren werd het nieuwe orgel ingewijd. In 1891 werd het orgel gerestaureerd en werden ingrijpende wijzigingen doorgevoerd.
In 1953 werd opnieuw een restauratie uitgevoerd, waarbij de oorspronkelijke dispositie grotendeels werd hersteld. In 1967 begon een omvangrijke restauratie van de kerk. De laatste jaren van de kerkrestauratie werd het orgel gedemonteerd en grondig hersteld.
De restauratie werd voltooid op 1 april 1981, waarna het orgel opnieuw in gebruik werd genomen.
De preekstoel.
De preekstoel is in 1620 vervaardigd door Jan de Wael. Het klankbord is later vernieuwd na de torenval en draagt de tekst: Ontfang met sagtmoedigheit’t woord dat in u geplant wort ‘t welcke Uwe ziele can salich maken, 1620 (Jacobus 1:21)
De kruisrib - en kruisribnetgewelven.
De overwelving van de kerk kreeg haar beslag in de 15e eeuw. Het oudste deel, (schip en zijbeuken van de oude kapel) was eerder voorzien van kruisgewelven. In 1543 werd na de uitbreiding de kooromgang van kruisribgewelven en het hoogkoor, viering en zijarmen van kruisribnetgewelven voorzien. De werken hebben zeker tot 1560 geduurd.
De beschildering van de gewelven en de aanzetten (zwikken) zijn opgedragen aan Ewolt van Delft die daar, bijgestaan door zijn dochter Agatha van Deventer, op meesterlijke wijze gestalte aan heeft gegeven. (1561-1562)
De altaren.
In de 16e eeuw telde de kerk 20 altaren waarvan het hoofdaltaar natuurlijk in het hoogkoor stond. Zij werden door de priesters en ambachtsgilden onderhouden. In de kooromgang bevonden zich de gildealtaren in de nu lege altaarnissen. (absidiolen) De sluitsteen boven in de nis bestond uit een schild met gildeteken, vastgehouden door een adelaar. Alleen het schild van het gilde van de smeden is nog overgebleven.
Na de Beeldenstorm (1566 en 1572) zijn de altaren ontmanteld.
De fresco’s uit 16e eeuw.
De schilder heeft in deze voor Nederland unieke beschilderingen, in opdracht, de voornaamste boekdelen van het oude- en het nieuwe testament weergegeven. In de gewelfvelden van de viering is de voorstelling te zien van ‘De verloving van Jozef en Maria’ (Hoogkoorzijde),
De doop van Christus in de Jordaan’ (zuidzijde) en ‘De bruiloft te Kana’ (noordzijde) Bovendien de tekst, rond het mangat, ‘sanctus, sanctus, sanctus’ (3x heilig, begin van het credo)
‘De offerande’ In de velden van het hoogkoor vinden we 4 afbeeldingen van de offerande van Abraham in vergelijking met de kruisiging van Jezus, gevolgd door twee halfvelden met de passiewerktuigen.
De aankondiging, geboorte en jeugd van Jezus tot aan zijn doop in de Jordaan. (in de viering). zijn afgebeeld in het zuidelijk transept.
Het thema wonderdoeningen vinden we in het noordelijk transept. Het zijn de opeenvolgende afbeeldingen van het openbare leven en van Christus op aarde’. Te beginnen met ‘De bruiloft te Kana’ (in de viering).
Voor de meeste afbeeldingen werd steeds een half gewelfveld ingevuld, behalve in de viering en hoogkoor. In een tijd waarin de gewone mens lezen noch schrijven kon waren dit voor een priester visuele hulpmiddelen bij uitstek voor het begeleiden van de catechismus.
De apostelen en profetie. Het hoogkoor wordt omsloten door 12 kolommen. Het christelijke geloof stoelt op de verbreiding door de twaalf apostelen uit het nieuwe testament dus zou het logisch zijn als zij hier elk op een zuil met de nodige teksten zouden zijn afgebeeld. Echter, op de dubbelkolommen bij de viering staan op elke zuil twee figuren omdat aan de oostkant op twee zuilen Maria en Jezus zijn afgebeeld.
Boven de afgebeelde apostelen een in klein fronton gezette profeet (OT) of gebeurtenis.
De gewelfaanzetten of zwikken. In het hoogkoor zijn links afbeeldingen te zien over de ‘zaligheden en barmhartigheid’ en rechts de ‘zonden’ met de daarbij behorende teksten uit de verschillende bijbeldelen. (Zie hiervoor de iconografie )
In het noordelijke transept staan behalve een zelfafbeelding van de schilder en zijn dochter nog andere profane lieden afgebeeld die de al in gang gezette reformatie hielpen ondersteunen in een soort protest. Dit is uniek in Nederlandse kerken.
In het zuidelijk transept vindt men de oudste geslachten uit de profetie en apostelen afgebeeld. Teksten zijn verloren gegaan
De grafzerken. Gedurende de reformatie en daarmee gepaard gaande beeldenstorm zijn vooral de zerken met wapens van riddermatige families en RK vooraanstaande burgers beschadigd. Door grondverzakkingen zijn veel stenen gebroken en raakten door elkaar.
Vooral stenen met alleen “huistekens”(runen) hadden daarvan te lijden.
Na de restauratie in 1968 en het aanbrengen van een nieuwe vloer zijn de grafstenen zo goed mogelijk samengevoegd en verlegd vanuit het koor naar de kooromgang.
Het instorten van de toren.
In 1797 stortte de toren spontaan in en vernielde in zijn val een deel van de kerk, zijnde het schip, ter grootte van drie traveeën. Met een ander formaat stenen zijn voor de hoofdingang de fundamenten van de toren, traveeën en contraforten (steunberen) van het verloren gedeelte weergegeven. Met de steun van de rijke familie Westerveld, waarschijnlijk Heribert, zoon van Anthony van Westerveld werd de huidige gevel ingezet voorzien van een nieuwe entree omdat bij de overheid geen geld voorhanden was om de kerk en toren in haar oorspronkelijke staat te herstellen.De klokken werden verkocht en de sloop werd uitbesteed nadat de torenresten, na herhaalde beschietingen, uiteindelijk bezweken waren.
De gerfkamer en sacristie.
In 1838 werd aan de zuidzijde de ‘gerfkamer’ gebouwd met de sacristie op de bovenverdieping. Het traptorentje gaf toegang. In 1867 is de ruimte tussen de sacristie en het zuidelijk transept over een lengte van twee contraforten dichtgebouwd en is de huidige ingang geconstrueerd.
Het contrafort en voetsteen met inscriptie.
Een steunbeer aan de zuidzijde, recht tegenover De Wheme, is 50 cm smaller dan de andere. Duidelijk is dat er goede doorgang van dit achterom is gewaarborgd. Het kan er op wijzen dat de Wheme eerder gebouwd is dan de uitbreiding van de kerk in de 15e eeuw. De inscriptie in de steen aan de voet heeft de volgende tekst:”Anno 1647, spygelt u hieran vrouw ende man” Voor deze tekst zijn verschillende versies over betekenis en herkomst in omloop.
1. Herinnering aan het weggebroken knekelhuis, symboliserend de aanblik van het onvermijdelijke.
2.Een oude aanduiding voor een deel van het voormalig kerkhof waar misdadigers/moordenaars werden begraven die niet
in gewijde grond mochten rusten.
3. Zoals Staring in 1787 in een gedicht over twee jonge mensen schreef, die na een gedwongen scheiding elkaar toch trouw
waren gebleven en in één graf ter aarde werden besteld.
De ingang van de kerk.
De oorspronkelijke ingang van de kerk was natuurlijk onder de toren. Door de oorspronkelijke ingang onder de toren kwam men in de ingang van het toenmalige schip van de kerk. Na het instorten van de toren is in de nieuwe gevel die halverwege het schip is geplaatst een nieuwe ingang gemaakt op het kerkplein. In 1868 zijn er aan de noordoost- en zuidoostzijde een 2-tal nieuwe ingangen gemaakt in neogotische stijl met portalen in de kooromgang. Bij de restauratie in 1968 is de ingang aan de zuidoostzijde weer weggehaald. Toen is ook de ingang vanaf het kerkplein weer in gebruik genomen. Deze ingang is in de 20e eeuw jarenlang niet in gebruik geweest. De ruimte achter het orgel was toen afgesloten ter hoogte van de viering. Vanaf 1868 is het ook mogelijk de kooromgang, dus kerk, binnen te komen via een kleine ingang bij de sacristie.
De vieringtoren.
Het is niet bekend of er voor de brand in de stad in 1503 een torentje aanwezig was. Op historische afbeeldingen is later wel te zien dat er sprake was van een torentje in laatgotische stijl. In 1767 is dat torentje in zeer slechte staat. Geld om te restaureren was er niet en daarom is het torentje toen afgebroken.Gedurende de restauratie in 1967 kwam de wens op om weer een vieringtoren aan te brengen met een carillon. Met behulp van historische tekeningen en de aanwezigheid van de oude ringbalkconstructie was het mogelijk om een historisch betrouwbaar torentje boven de viering op te trekken. Hierin kwam mede dankzij bijdragen uit de burgerij een carillon.
De kerk verkeerde in de zestiger jaren van de 20e eeuw in een dermate desolate toestand dat totale restauratie dringend noodzakelijk was. Met steun van het rijk werd in 1967 een aanvang gemaakt met de restauratie die 13 jaar zou gaan duren. (kosten 1,8 miljoen gulden). Er werd ook weer een ‘vieringstoren’ geplaatst die eerder in 1767 wegens bouwval was gesloopt. Het huidige carillon heeft 40 klokken .
Dak en gewelven vormden het grootste probleem. De vloeren moesten worden weggebroken,
de grafzerken in het hoogkoor verplaatst naar de kooromgang, de crypte ontruimd en dichtgemetseld. Naast muurrestauraties diende ook de afwatering van het hemelwater, door het ontbreken van
dakgoten, te worden herzien.
Vernieuwing gewelven.
De kruisgewelven moesten worden vernieuwd. Op zich al een hele klus, waarvan de uitvoering ernstig werd belemmerd door de ontdekking van de fresco’s uit de 16e eeuw op het stucwerk.
Met gebruikmaking van nieuwe technieken zijn sommige delen voorzichtig van het metselwerk
losgemaakt. Na het opmetselen van de nieuwe gewelven zijn de verwijderde kunstwerken met
kunsthars weer op hun plaats bevestigd.
Grafzerken.
Na de restauratie en het aanbrengen van een nieuwe vloer zijn de grafstenen zo goed mogelijk samengevoegd en verlegd naar de kooromgang.
Fresco's.
De kroon op het restauratiewerk vormde het in ere herstellen van de plafondschilderingen uit 1562. Het ontdekken van de onder 13 lagen witkalk verborgen werken van Ewolt van Delft zorgde voor langdurige vertraging van de restauratie omdat voorzichtig afpellen en uitgebreid onderzoek met iconografische beschrijving veel tijd in beslag nam. Door de in de loop der tijden aangebrachte kalklagen waren de afbeeldingen echter grotendeels goed geconserveerd. Geluk bij een ongeluk.
In het begin van de 21e eeuw werd duidelijk dat op korte termijn een restauratie van de schilderingen wederom nodig zou zijn. Omdat bij grondig onderzoek bleek dat ook de dakconstructie ernstige gebreken vertoonde waaruit bleek dat de totale restauratie zeer kostbaar zou zijn. Na veel voorbereiding, met o.a. het aanvragen van subsidies, kon in 2018 begonnen worden met de kapconstructie van de kerk.
Vervolgens werd er in begin 2019 een begin gemaakt met de restauratie van de schilderingen in het hoogkoor. Het hoogkoor en de viering werden in de steigers gezet. Dit had tot gevolg dat de kerk enige tijd gedeeltelijk of geheel gesloten is geweest voor de zondagse vieringen.
In september 2019 kwam een einde aan genoemde restauratiewerkzaamheden.
Voordat verder gegaan werd met de restauratie van de schilderingen in de zijbeuken kwam aan het licht dat het voegwerk aan de buitenzijde veel gebreken vertoonde. Er moesten op korte termijn maatregelen genomen worden. Een onverwachte tegenvaller in de begroting.
Dat had tot gevolg dat de verdere restauratie van de schilderingen in de zijbeuken enige vertraging ondervond. In september 2020 is begonnen met de schilderingen in de zijbeuk aan de kant van de Wheme. Daarna zal in 2021 de kooromgang ter hand worden genomen.
Als de financiële middelen beschikbaar komen zal dan in 2021 als laatste ook de zijbeuk aan de noordzijde onderhanden genomen worden.
De bedoeling is dat als deze restauraties zijn afgerond er aandacht besteed gaat worden aan de klimaatbeheersing in de kerk. Natuurlijk om kosten te besparen maar ook ter behoud van de schilderingen.