Het interieur.
Door het ontbreken van het eigenlijke schip dat verdwenen is bij het instorten van de toren  is de kerk korter geworden.

Het orgel en de preekstoel sluiten het resterende gedeelte af. Het is overigens het oudste gedeelte van de kerk. De kruisgewelven achter het orgel hebben nog de oorspronkelijke middeleeuwse bladmotieven en vruchtbaarheidssymbolen, zijnde bloemen en vogels..

De viering.

De viering is het centrale deel van het interieur waar de viering toren recht boven staat. Een gouden rozet geeft die plaats aan. Bij de dubbelkolommen rond de viering is de aanbouw van de zijarmen of transepten duidelijk waarneembaar Het noordelijk- en zuidelijk transept sluiten daar op aan.

Het hoogkoor.
Er zijn twaalf kolommen rond het hoogkoor. Tussen de zuilen is de zandstenen tracering gehandhaafd die het koor van de kooromgang scheidt.

De balustrade daarboven is het triforium waar vrouwelijk geestelijken de missen konden bijwonen.
Geheel boven is ook de lichtbeuk voor de belichting van het hoogkoor.


Het Orgel.

De eerste tekenen van een orgel dateren uit het jaar 1508.  In het begin van de 17e eeuw werd dit orgel gerestaureerd, waarna het door Jan Pieterszoon Sweelinck werd gekeurd. Het orgel werd in 1723 en 1727 opnieuw grondig onder handen genomen; verplaatst naar de torenzijde, aanzienlijk uitgebreid en het front werd versierd met snij- en schilderwerk.  Toen in 1797 de toren van de kerk instortte werd het orgel bedolven onder het puin.Het duurde lang voor men overging tot plaatsing van een nieuw orgel. Op 28 januari 1827, precies 30 jaar na het instorten van de toren werd het nieuwe orgel ingewijd.
In 1891 werd het orgel gerestaureerd en werden ingrijpende wijzigingen doorgevoerd. 
In 1953 werd opnieuw een restauratie uitgevoerd, waarbij de oorspronkelijke dispositie grotendeels werd hersteld. In 1967 begon een omvangrijke restauratie van de kerk.  De laatste jaren van de kerkrestauratie werd het orgel gedemonteerd en grondig hersteld.
De restauratie werd voltooid op 1 april 1981, waarna het orgel opnieuw in gebruik werd genomen.


De preekstoel.

De preekstoel is in 1620 vervaardigd door Jan de Wael. Het klankbord is later vernieuwd na de torenval en draagt de tekst: Ontfang met sagtmoedigheit’t woord dat in u geplant wort ‘t welcke Uwe ziele  can salich maken, 1620 (Jacobus 1:21)

 

De kruisrib - en kruisribnetgewelven.  
De overwelving van de kerk kreeg haar beslag in de 15e eeuw.
Het oudste deel, (schip en zijbeuken van de oude kapel) was eerder voorzien van kruisgewelven. In 1543 werd na de uitbreiding de kooromgang van kruisribgewelven en het hoogkoor, viering en zijarmen van kruisribnetgewelven voorzien. De werken hebben zeker tot 1560 geduurd.
De beschildering van de gewelven en de aanzetten (zwikken) zijn opgedragen aan Ewolt van Delft die daar, bijgestaan door zijn dochter Agatha van Deventer, op meesterlijke wijze gestalte aan heeft gegeven. (1561-1562)

 

De altaren.
In de 16e eeuw telde de kerk 20 altaren waarvan het hoofdaltaar natuurlijk in het hoogkoor stond. Zij werden door de priesters en ambachtsgilden onderhouden. In de kooromgang bevonden zich de gildealtaren in de nu lege altaarnissen. (absidiolen) De sluitsteen boven in de nis bestond uit een schild met gildeteken, vastgehouden door een adelaar. Alleen het schild van het gilde van de smeden is nog overgebleven.
Na de Beeldenstorm (1566 en 1572) zijn de altaren ontmanteld.

  

De fresco’s uit 16e eeuw.  
De schilder heeft in deze voor Nederland unieke beschilderingen, in opdracht, de voornaamste boekdelen van het oude- en het nieuwe testament weergegeven. In de gewelfvelden van de viering is de voorstelling te zien van ‘De verloving van Jozef en Maria’ (Hoogkoorzijde),
De doop van Christus in de Jordaan’ (zuidzijde) en ‘De bruiloft te Kana’ (noordzijde) Bovendien de tekst, rond het mangat, ‘sanctus, sanctus, sanctus’ (3x heilig, begin van het credo)

‘De offerandeIn de velden van het hoogkoor vinden we 4 afbeeldingen van de offerande van Abraham in vergelijking met de kruisiging van Jezus, gevolgd door  twee halfvelden  met de passiewerktuigen.

De aankondiging, geboorte en jeugd van Jezus tot aan zijn doop in de Jordaan. (in de viering). zijn afgebeeld in het zuidelijk transept.

Het thema wonderdoeningen vinden we in het noordelijk transept. Het zijn de opeenvolgende afbeeldingen van het openbare leven en van Christus op aarde’. Te beginnen met ‘De bruiloft te Kana’  (in de viering).

Voor de meeste afbeeldingen werd steeds een half gewelfveld ingevuld, behalve in de viering en hoogkoor. In een tijd waarin de gewone mens lezen noch schrijven kon waren dit voor een priester visuele hulpmiddelen bij uitstek voor het begeleiden van de catechismus.     

 

De apostelen en profetie. Het hoogkoor wordt omsloten door 12 kolommen. Het christelijke geloof stoelt op de verbreiding door de twaalf apostelen uit het nieuwe testament dus zou het logisch zijn als zij hier elk op een zuil met de nodige teksten zouden zijn afgebeeld. Echter, op de dubbelkolommen bij de viering staan op elke zuil twee figuren omdat aan de oostkant op twee zuilen Maria en Jezus zijn afgebeeld.
Boven de afgebeelde apostelen een in klein fronton gezette profeet (OT) of gebeurtenis.
 
 

De gewelfaanzetten of zwikken. In het hoogkoor zijn links afbeeldingen te zien over de ‘zaligheden en barmhartigheid’ en rechts de ‘zonden’ met de daarbij behorende teksten uit de verschillende bijbeldelen. (Zie hiervoor de iconografie )

In het noordelijke transept staan behalve een zelfafbeelding van de schilder en zijn dochter nog andere profane lieden afgebeeld die de al in gang gezette reformatie hielpen ondersteunen in een soort protest.  Dit is uniek in Nederlandse kerken.

In het zuidelijk transept vindt men de oudste geslachten uit de profetie en apostelen afgebeeld. Teksten zijn verloren gegaan

De grafzerken. Gedurende de reformatie en daarmee gepaard gaande beeldenstorm zijn vooral de  zerken met wapens van riddermatige families en  RK vooraanstaande burgers beschadigd. Door grondverzakkingen zijn veel stenen gebroken en raakten door elkaar.
Vooral stenen met alleen “huistekens”(runen) hadden daarvan te lijden.
Na de restauratie in 1968 en het aanbrengen van een nieuwe vloer zijn de grafstenen zo goed mogelijk samengevoegd en verlegd vanuit het koor naar de kooromgang.